Privacy
|
Met zijn paardje in gestrekte draf, Zijn rode mijter en gouden staf, Komt hij langzaam van de stoomboot af. In zijn hand ligt een heel dik boek, Maar vele kindjes zijn nog zoek, En rapen hier en daar nog wat snoep. Met zijn twee witte handschoenen aan, Kijkt de Sint heel lief en zo voldaan, Naar ons allen die nu rond hem staan. Naast de Sint staat onze zwarte piet, Met twee wortels en een rode biet, Maar zijn grote zak, die zien wij niet. Het zal nooit meer prettig zijn als toen, Met onze laarsjes of onze schoen, Het is nu Sinterklaasje voor de poen! Volgende Sinterklaasgedicht: Hallo Zwarte Piet Vorige Sinterklaasgedicht: Ver van huis in Engeland Alle Sinterklaasgedichten met het trefwoord zwarte piet
|